dinsdag 8 november 2011

Er is vaak niets nieuws onder de zon

Jan Toorop, Jong paar in lentelandschap
Potlood en aquarel 320x375 mm
voorheen kunsthandel J.H. de Bois, Haarlem

literatuur; J.F. Heijbroek en E.L. Wouthuysen
KUNST KENNIS EN COMMERCIE
De kunsthandelaar J.H. de Bois 1878-1946
1993 uitgeverij Contact Amsterdam-Antwerpen
In december 2011 hield het Dordtse veilinghuis Mak veilingen haar halfjaarlijkse kunst en antiekveiling. Het was voor die tijd al mogelijk op de site een indruk van de te veilen objecten te krijgen. http://www.makveilingen.nl/

Ik zag op de site ook twee Adrie Mouthaans afgebeeld staan. Het frappeerde me dan ook dat ik vannacht een werk van Jan Toorop in een boek over de kunsthandelaar J.H. de Bois tegenkwam. Het werk van Toorop deed me oppervlakkig qua sfeer en stijlopvatting aan één van die Mouthaans denken. Omdat er vaak met twee maten wordt gemeten (hier zit een grote ergernis van mij achter verscholen) en omdat weer eens blijkt dat er uiteindelijk niets nieuws onder de zon is wil ik dit toch nog eens aanstippen.


Adrie Mouthaan (geb. Lekkerkerk 1940)
tiendweg in de Alblasserwaard
gedateerd,'78  35x40 cm
http://www.makveilingen.nl/
Natuurlijk wil ik niet suggereren dat Mouthaan naar dit voorbeeld heeft gekeken. Zeker niet, dat is ook niet het punt dat ik aan wilde stippen.
Een kunstenaar groeit op met hetgeen dat voorhanden is - dat is wat er in de periode dat hij zijn eigen weg zoekt aan impulsen, beeldmateriaal en aan voorbeelden tot hem komt Soms hangt het op de één of andere manier in de lucht - maar vaak zijn het mensen en schilders in de omgeving van de aspirant schilder die de eerste aanzetten geven.

Een schilder is van beroepswege meestal visueel ingesteld. Veel van wat een schilder ziet of gezien heeft slaat hij of zij op in het geheugen, dit gaat vaak onbewust, en de kennis die hij vergaart wordt al snel zijn toetsingskader. Vaak herkent een beginnende, nog niet duidelijk gevormde schilder, iets van zijn sluimerende 'eigen ik' in het werk van de oudere, reeds gevormde, schilders. Zoals bijvoorbeeld de stilering in het werk van Jan Toorop, mede onder invloed van de jugendstil ontstaan, is een vormentaal die je, mits je er ontvankelijk voor bent, als jonge schilder kunt oppikken als een interessante manier van vertolken. Die manier van vertolken is de verwantschap in de beeldtaal die ik, grappig genoeg in omgekeerde volgorde, in dit werk zag en herkende.

Men doet de zich nog ontwikkelende schilder makkelijk onrecht door teveel de aandacht te leggen op de vermeende invloeden.  In plaats van de tocht en de ontwikkelingen die de jonge kunstenaar op weg naar zijn eigen vorm doormaakt op eigen waarde te beoordelen, en die ook te herkennen, doet men het maar al te snel af als een uiting van epigonisme. Men gaat er gemakshalve aan voorbij dat de voorgangers op hun beurt ook hun voedingsbodem en ook hun voorgangers hadden. Noemt men dat niet een traditie? Een traditie waar men uit voortkomt en die men op zijn of haar manier, liefst met eigen toevoegingen, voort zet.
Daarin kan de jongere telg een volgende schakel zijn.

In mijn artikel over Wim Oepts heb ik dit verschijnsel al eens eerder aangekaart en beschreven.
In dat artikel heb ik een door prof. A.M. Hammacher geschreven citaat opgenomen waaruit, m.b.t. dit universele verschijnsel van beïnvloeding en vermeende beïnvloeding, veel begrip en inzicht spreekt.
Genoemd artikel; Peter van Loon, ,,Wim Oepts, een schilder die je na aan het hart gaat liggen.''  eerder verschenen op dit blog  http://www.eenschilderindordrechtnl.blogspot.nl/  14- 02 2011

Daan Mühlhaus/Muehlhaus (1907-1981)
Papendrecht, Tiendweg Oost, huizen Oosteind
olieverf/board
voorheen collectie F. Buytink
foto - Daan Mühlhausarchief
te veilen bij Makveilingen

Bij Mak werd op deze veiling eveneens een buitenstudie van Daan Mühlhaus geveild, die oorspronkelijk uit de verzameling van mevrouw Buytink komt. Tikky Buytink heeft het van Daan Mühlhaus zelf, die toen bij haar in huis woonde en er zijn laatste atelier had, gekregen, en het hing in haar sfeervolle kamer. Daan Mühlhaus was in haar gezelschap toen hij het schilderde en ik meen dat ik nog een tekeningetje van haar hand moet hebben dat zij daar toen gemaakt heeft. 
Dat was in Papendrecht, aan de Tiendweg Oost vanuit de landbouwkavels en moestuintjes richting de dijk (Oosteind) gezien. (Mevrouw Buytink heeft me de plek later nog aangewezen en ik heb er zelf daarna ook nog met waterverf zitten werken.)

Het was dit schilderij dat me op het spoor van het gebruik van het tegenlicht heeft gebracht. en dat er kleur in de schaduw zit. Mühlhaus werd al snel teveel door zijn ziekte in beslag genomen wat een streep zette onder de voornemens om vaker samen naar buiten te gaan om samen te schilderen, maar het zien en bestuderen van schilderijtjes als dit hielpen me toch vaak in de goede richting.

Er zit nog een oorspronkelijke lijst, een eiken lijst, omheen. Een model dat Mühlhaus veel gebruikte. Soms sausde hij deze lijsten met een dunne laag verf en poetste het meeste dan weer weg. De witte kalkverf bleef in de nerf van het hout achter en dat gaf de lijst een artistieke uitstraling. Met de jaren verkleurde het hout terwijl de verf in de nerf van het hout dat ogenschijnlijk niet deed, wat het effect steeds beter tot zijn recht deed komen. Een andere keer trok hij ook nog een bies op de lijst in een kleur die hij weer bij het schilderij koos.